Disciplines
Binnen de schermsport is het mogelijk om met verschillende wapens (ook wel disciplines genoemd) te schermen. Deze disciplines zijn:
- floret
- degen
- sabel
Ieder wapen kent zijn eigen spelregels, zo verschilt o.a. het trefvlak per wapen en zijn de floret en degen steekwapens, terwijl de sabel een zgn. houwwapen is. Elke discipline kan door alle leeftijden gedaan worden.
Floret:
Oorspronkelijk is de floret het oefenwapen van de degen. In de achttiende eeuw werd het echter ook gebruikt om mee te duelleren. Hoewel het ook in Italië gebruikt werd, is de floret vooral bekend geworden door de Fransen. Zelfs de naam is afgeleid van het Franse fleur, omdat de bescherming (tijdens de training) op de scherpe punt van het wapen op een bloem leek.
Tijdens een wedstrijd is het trefvlak waarop een punt gescoord kan worden, de romp (zonder hoofd en armen). Treffers buiten dit trefvlak zijn ongeldig. Ook geldt bij de floret, het “recht van aanval”. Dit betekent dat alleen wanneer de schermer aanvalt er een punt gemaakt kan worden.
Het wapen weegt maximaal 500 en gram en is maximaal 1.10 m. lang. De kling is vierkant, zeer flexibel en meet 0.90 m. In vergelijking met de kom van de degen is de kom van de floret relatief klein.
Net als de degen kan de floret een zgn. Franse greep of pistoolgreep hebben. Dit is afhankelijk van de persoonlijke voorkeur van de schermer.
Degen:
De naam van dit wapen is afgeleid van het Franse woord “dague” (Engels = dagger) en betekent ‘dolk’ in het Nederlands. Waarschijnlijk heeft dit niet zozeer met de lengte van het wapen te doen gehad, maar met de aard van het gebruik.
Tijdens een wedstrijd is het trefvlak het gehele lichaam (van masker tot voet) en men kent niet het recht van aanval. Iedere treffer vanuit aanval of verdediging geldt dus. Treffers worden elektronisch geregistreerd middels een electropunt.
Het wapen is met een gewicht van maximaal 770 gram het zwaarst van de drie wapens. De v-vormige kling is minder flexibel dan de floret en meet maximaal 0.9 m. De kom van de degen is groter en dieper dan die van de floret.
Sabel:
De naam is afgeleid van szablya, wat Hongaars is voor sabel. Van oudsher werd dit wapen gebruikt door de cavalerie. Net als floret en degen, ontwikkelde de sabel zich in de 15de en 16de eeuw van militair wapen tot duelleer wapen. In tegenstelling tot de floret en degen mag met een sabel ook geslagen worden. M.a.w. het is een slag- en steekwapen.
Gedurende een wedstrijd is het trefvlak van de sabel het gehele bovenlichaam, incl. hoofd en armen (m.u.v. de handen). Net als de floret kent de sabel ook het recht van aanval en er kunnen dus alleen punten gescoord worden wanneer de schermer aanvalt of de aanval overneemt (riposte).
De sabel is met een lengte van maximaal 1.05 meter de kortste van de drie wapens en is qua gewicht (500 gram) gelijk aan de floret. De kling is aan het begin driezijdig en aan het eind vierzijdig en is maximaal 0.88 cm. De kom is van de drie wapens het grootst en omsluit de gehele hand.